Lage afname duurzame energie in Nederland


Kies je voor duurzame energie of voor niet-duurzame energie? Hoewel de productie van duurzame energie ook in de eerste helft van 2019 weer is gegroeid, loopt Nederland in Europa erg achter als het gaat om deze vorm energie. In Nederland is niet alleen het aanbod van duurzame energie blijvend laag, maar ook de afname door de consument (ondanks lichte stijging).


Vorig jaar groeide de totale hoeveelheid duurzame stroom van 15 naar 17 procent. In de eerste helft van 2019 groeide de productie van deze groene stroom met 17 procent. Van het totale aantal opgewekte duurzame stroom in de eerste helft van dit jaar werd 7 procent opgewekt door zonnepanelen. In absolute aantallen was biomassa de snelst groeiende bron (van 55,9 naar 67,5 petajoule), maar in verhouding groeide energie uit zonnepanelen het hardst (van 6,3 naar 9,6 petajoule).

Groen, groener, groenst

Wanneer je het aantal afgesloten duurzame energiecontracten over de afgelopen drie jaar onder de loep neemt, is er een stijging van slechts 12 procent te zien. Vorig jaar koos een derde van de Nederlanders voor een duurzaam energiecontract. De reden achter de langzame groei van vraag naar duurzame energie is wellicht de gedachte dat dergelijke stroom duurder is, terwijl in de praktijk vaak blijkt dat dit niet het geval is.
Utrecht is de groenste provincie wat betreft energie; 40 procent van de Utrechts huishoudens heeft gekozen voor groene energie. Overijssel was vorig jaar het minst groen (29,5 procent koos voor groen). Echter, deze provincie behoort, samen met Drenthe en Zeeland, wel tot de grootste groeiers van 2018.

Lokale stroom

Misschien denk je er ook wel over na te kiezen voor duurzame energie. Tegenwoordig kiezen Nederlandse huishoudens, wanneer ze voor duurzaam gaan, steeds meer voor lokale stroom. Zij nemen stroom af van een leverancier, die de energie opgewekt heeft door middel van zonnepanelen of windmolens uit dezelfde regio als het betreffende huishouden.