Nederland scoort slecht op gebied van duurzame energie
Nederland is het verst verwijderd van de doelstellingen voor het opwekken van duurzame energie, concludeert het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in een vergelijkend onderzoek naar Nederland en andere EU-lidstaten.
In 2017 kwam slechts 6,6 procent van alle in Nederland opgewekte energie uit hernieuwbare bron, blijkt uit het rapport. Alleen Luxemburg scoort met 6,4 procent iets lager, maar dit land heeft lagere doelstellingen dan Nederland van de EU gekregen. In 2020 zou 14 procent van alle in Nederland opgewekte energie uit hernieuwbare bron moeten komen, zoals biomassa, waterkracht, wind of zon. Er valt nog een flinke inhaalslag te maken. Net als op het gebied van uitstoot van broeikasgassen: in 2018 is deze uitstoot twee procent gedaald in vergelijking met een jaar eerder (en 15 procent in vergelijking met 1990), maar het doel is 25 procent verlaging in 2020.
Minder steenkool
De daling van uitstoot van broeikasgassen van het afgelopen jaar komt grotendeels (een kwart) door de afname van het steenkoolgebruik voor de productie van elektriciteit. Het overige deel van de daling is onder meer toe te schrijven aan een kleinere industriële uitstoot en aan een verminderde veestapel, waardoor minder methaan in de lucht terecht kwam. Door nieuwe fosfaatregels nam het aantal koeien in Nederland nam af.
Zweden is koploper
Nederland kan een voorbeeld nemen aan Zweden. Dit land is de Europese koploper, met 54,5 procent hernieuwbare energie in 2017. Het merendeel komt uit biomassa. Dat is wel een hernieuwbare bron, maar niet (altijd) onschadelijk voor het milieu. Finland, Letland, Denemarken en Oostenrijk zitten boven de 30 procent hernieuwbare energie.
In Oost-Europese landen is een grote vermindering van broeikasgassen gerealiseerd, doordat na de val van de Berlijnse Muur veel vervuilende industrieën zijn verdwenen of gemoderniseerd.
Diverse maatregelen
Het klimaat houdt volop bezig; diverse maatregelen worden bedacht. Het kabinet werkt aan aanvullende plannen met betrekking tot de verplichte 25 procent reductie van de uitstoot van broeikasgassen. Ook werd aangekondigd dat de kolencentrale bij Amsterdam een jaar eerder sluit. Daarnaast wordt veel gesproken over een vorm van CO2-taks. Die belasting zou volgens het Planbureau voor de Leefomgeving vooral de uitstoot van de industrie kunnen terugdringen, maar de precieze effecten worden nog nader bekeken.