Torenhoge kosten om huurhuizen van het gas af te halen


Om gasloos wonen voor huurders mogelijk te maken, moeten woningcorporaties diep in de buidel tasten. Aan zowel gasloze nieuwe huurwoningen en bestaande huurwoningen gasloos maken, hangen forse prijskaartjes.

Om alle bestaande sociale huurwoningen (2,1 miljoen) voor 2050 gasloos en klimaatneutraal te maken, moeten woningcorporaties een bedrag van 108 miljard euro neertellen (ter vergelijk: dit bedrag is hoger dan het bedrag dat Nederland dit jaar uitgeeft aan zorgkosten, defensie en veiligheid bij elkaar), zegt Aedes, de koepelorganisatie van corporaties. Dat is ongeveer 52.000 euro per woning.  

CO2-besparing

De woningcorporaties willen 3 van de 4 woningen verduurzamen door te renoveren tot ‘nul-op-de-meter-woning’ of door ze maximaal te isoleren en er zonnepanelen op te leggen. De overige huizen moeten gedeeltelijk geïsoleerd worden. Deze maatregelen leveren een CO2-besparing op van 70 procent. De resterende huizen halen energie uit warmtenetten en andere duurzame energiebronnen.

In gesprek

Om alles te kunnen betalen, zouden de woningcorporaties tot 2050 elk jaar 3,4 miljard euro moeten investeren. Dat is momenteel, volgens Aedes, niet mogelijk. Dat komt ook door de steeds hoger wordende belastingen voor woningcorporaties. Woningcorporaties gaan in gesprek met organisaties en personen, die ermee te maken krijgen, zoals het rijk, gemeenten, huurders en bouwers. Om met elkaar de aanpassingen mogelijk te maken.

Nieuwbouw

Ook voor het bouwen van nieuwe huurhuizen, moeten woningcorporaties dieper in de buidel tasten. Woningen, waarvoor na 1 juli vorig jaar een bouwaanvraag is ingediend, mogen geen gasaansluiting meer hebben. Het kost aanzienlijk meer om een huis zonder gasaansluiting te bouwen, zeggen corporaties. Het gevolg is dat diverse woningcorporaties minder huizen kunnen bouwen dan ze gepland hadden. De huur voor gasloze huizen zal hoger uitvallen (maar de energierekening lager), toch dekt dat niet de extra investeringen die woningcorporaties moeten doen. Laatstgenoemde partij vindt dat de regering wat dient te doen aan de steeds hogere opgelegde belastingen. Kritiek daarop is dat de organisatie zoveel winst per jaar maakt, dat het wel mogelijk is deze extra kosten te dragen. Daarover is het laatste woord nog niet gezegd.