Wat is klimaatbestendig wonen?


De meeste Nederlanders willen hun woning aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering, zoals extreme hitte en wateroverlast, maar weten niet goed hoe en welke kosten daarbij komen kijken. Dit blijkt uit de eerste Klimaat Adaptatie Monitor van Achmea.

Met de Klimaat Adaptatie Monitor brengt Achmea resultaten uit online onderzoek, onder 1055 Nederlanders van 18 jaar en ouder, naar de klimaatbestendigheid van woningen in Nederland. Onder meer werd de huidige kennis van Nederlanders over en hun houding tegenover dit onderwerp onderzocht. Daarnaast werd er gekeken naar genomen of nog te nemen maatregelen om overlast te voorkomen. 

Behoefte aan informatie

Een kwart van de Nederlanders heeft geen idee wat klimaatbestendiger wonen inhoudt. Van veel maatregelen hebben ze niet gehoord. Zo kun je bij een hittegolf naast zonwering, gevelbegroeiing aanbrengen. Bij een flinke regenbui kan een waterberging op eigen grond uitkomst bieden. De meeste Nederlanders hebben hierover nog niet eerder informatie ontvangen, hoewel ze er wel behoefte aan hebben. 36 procent van de ondervraagden vindt dat die informatievoorziening een taak van de gemeente is, 72 procent van de respondenten vindt het klimaatbestendiger maken van woningen een taak van de overheid. Vereniging Eigen Huis riep afgelopen zomer al op bij de regelgeving van nieuwbouwwoningen meer rekening te houden met het op een natuurlijke manier buitenhouden en afvoeren van warmte.

Dure karakter

Hoewel veel Nederlanders verwachten dat overlast in en om hun woning toe zal nemen, naarmate het klimaat verandert, heeft maar 1 op de 3 Nederlanders hun woning klimaatbestendiger gemaakt door bijvoorbeeld beter te isoleren. De wil is er wel, om maatregelen te treffen, maar vooral het dure karakter van dergelijke maatregelen houdt tegen. Diverse verzekeringen investeren in preventie en dienstverlening, zoals helpen bij het aanleggen van een groen dak of installatie van zonnepanelen. Zo vergoeden verzekeringen niet alleen schades van de klanten, maar proberen ze het ook te voorkomen.