Huizenprijzen april nog altijd erg hoog, maar stijgen minder hard

Huizenprijzen

Volgens het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) CBS en het Kadaster stegen de huizenprijzen in ons land in april met gemiddeld 19,7 procent ten opzichte van een jaar eerder. Dat is 0,2 procent meer dan in maart van dit jaar. In de eerste drie maanden van 2022 was de prijsstijging ook al minder fors. De huizenmarkt lijkt daardoor iets stabieler te worden, al zijn de huizenprijzen nog steeds erg hoog.

Stijging begon in coronacrisis

Sinds het begin van de coronacrisis steeg de prijs van een koopwoning steeds sneller. Vlak voor de coronacrisis in januari 2020 steeg de prijs van een koopwoning nog met 6,3 procent. In januari van dit jaar was dat maar liefst 21 procent. De stijging is dus nu gezakt naar 19,7 procent ten opzichte van het jaar ervoor, waardoor er een lichte stabilisatie te zien is.

Stabilisering

Een belangrijke reden voor de stabilisering is dat de lonen niet even snel stijgen als de huizenprijzen. Daardoor is het voor veel mensen moeilijk om een huis te kunnen kopen. Daarnaast wordt er nog altijd flink overgeboden, waardoor met name starters vaak achter het net vissen.

Verwachtingen huizenmarkt

In april werden er 15.972 koophuizen verkocht, wat 16 procent minder is dan in april 2021. Wat de huizenmarkt de komende tijd gaat doen is moeilijk te voorspellen. Het Kadaster en het CBS verwachten dat de prijsstijging af blijft zwakken. Het Centraal Planbureau voorspelt een lichte daling in 2022. Als dit uitkomt zal dit de eerste daling zijn sinds een onafgebroken stijging sinds 2013. Als huizen met eenvijfde dalen, zoals in 2008, komen sommige huizen onder water te staan. Hierbij komen 14 procent van de huizenbezitters in grote financiële problemen. Een forse daling wordt echter niet verwacht.