Starters ook in 2021 een lastige positie op huizenmarkt

Starters op huizenmarkt

Het lijkt erop dat jonge huizenkopers het de komende tijd niet makkelijker gaan krijgen op de huizenmarkt. Hoewel jongeren in 2020 wel een kwart meer hypotheekaanvragen deden dan het jaar daarvoor, blijft de markt ontoegankelijk. Hoe kan dit?

Veranderingen sinds 2021

Sinds januari profiteren starters (kopers van een eerste woning onder de 35 jaar) van de verlaging van overdrachtsbelasting. Tot en met maart 2021 betalen starters helemaal geen overdrachtsbelasting en vanaf 1 april 2021 betalen starters 2 procent overdrachtsbelasting voor woningen met een waarde boven de 400.000 euro. Daarnaast wegen eventuele studieschulden minder zwaar mee bij het bepalen van het maximaal te lenen bedrag.

Woningnood

Toch lijken deze maatregelen tot op heden onvoldoende te werken. Er is nog altijd een structureel tekort aan beschikbare woningen, waardoor het voor een grote groep moeilijk blijft om de woningmarkt te betreden. Naar schatting bedraagt het tekort zo’n 330.000 geschikte woningen. Het afgelopen jaar leefde het woningaanbod kort op, maar doordat de groep koopstarters zo ontzettend groot is heeft slechts een klein deel daarvan kunnen profiteren.

Concurrentie

Niet alleen woningnood brengt starters in een ingewikkelde situatie. De aanhoudende lage rente en toenemende concurrentie zorgen ervoor dat meer kopers zich op de markt gaan begeven. Zowel de woningnood als de huidige gunstige marktomstandigheden zorgen ervoor dat verkopers hun huis voor hoge bedragen kunnen verkopen. De gemiddelde vraagprijs van een geschikt startershuis bedraagt nu 365.000 euro. Experts verwachten door de aanhoudende concurrentie dat de huizenprijzen de komende tijd zullen blijven stijgen.