Prijsstijgingen in aantocht
Naar verwachting gaan we de komende tijd meer betalen. Niet alleen stijgen de huizenprijzen, maar ook de hypotheekrente, stroom- en gastarieven nemen toe. In dit artikel blikken we vooruit op een aantal kosten die op termijn zullen toenemen en je maandelijkse uitgaven kunnen beïnvloeden.
Prognose huizenprijzenstijging
Economen van De Nederlandsche Bank (DNB) houden rekening met een aanhoudende stijging van de huizenprijzen. Zo voorzien ze dat de gemiddelde prijs dit jaar met 10 procent toeneemt, en ook de komende jaren blijft de prijs oplopen: van 5,5 procent in 2022 tot zo’n 3,5 procent in 2023. Hiermee zou de huizenmarkt opvallend genoeg ongeschonden uit de coronacrisis komen. Door de overheidssteun is de werkloosheid laag gebleven en zijn er maar weinig huishoudens bij wie de financiële problemen uit de hand zijn gelopen. Verder houden ook de lage hypotheekrentes en de krapte in het aanbod van woningen de huizenprijs in stand. Overigens is dit voor starters nog altijd ongunstig; zolang de huizenprijzen stijgen moeten zij meer schulden maken om een eigen woning te kunnen kopen.
Hypotheekrente
Momenteel zijn de hypotheekrentes nog altijd extreem laag. Toch lijkt er langzaam een einde te komen aan de hypotheekrentes die tussen de 1 en 2 procent liggen. De Europese Centrale Bank (ECB) gaf al eerder aan dat ze de rente geleidelijk wil verhogen. De rentes voor banken –die de ECB hanteert- hebben grote invloed op andere leentarieven, waaronder hypotheekrentes.
Voor starters heeft dit een aantal belangrijke gevolgen. Nu kunnen zij nog tegen erg lage tarieven een hypotheek afsluiten, maar als de hypotheekrente stijgt moeten starters hogere lasten incalculeren in hun budget. Ook daalt de maximale hypotheek op basis van inkomen sterk bij een stijgende rente. Een stel kan met een inkomen van (in totaal) 45.000 euro bij 2% rente een hypotheek afsluiten van 202.600 euro. Stijgt de rente naar 3 procent? Dan bedraagt de maximale hypotheek 191.000 euro. Bij 4 procent is dit 188.500 euro: een verschil van ruim 14.000 euro ten opzichte van de huidige 2 procent rente.
Vaste stroomprijs
Ook stijgen de tarieven voor stroomcontracten waarbij de prijs voor 1 tot 3 jaar vaststaat. Het gemiddelde stroomtarief voor 1 jaar vast is gestegen naar bijna 8 cent per kWh: ongeveer 66 procent hoger dan dezelfde maand een jaar eerder. Het gemiddelde variabele tarief voor stroom wordt 1 juli weer aangepast en bedraagt nu 5,85 cent per kWh. Daarmee liggen de vaste stroomtarieven nu 35 procent boven de vaste tarieven. De verwachting is dat ook de variabele tarieven vanaf 1 juli zullen stijgen. Overigens zijn in deze tarieven geen energiebelasting, Opslag Duurzame Energie (ODE) en btw meegerekend. Deze belastingen zorgen voor extra kosten van ruim 16 cent per kilowattuur op de kale stroomprijs.
Gas
Tenslotte gaan de gasprijzen hard omhoog. Een 1-jarig contract kost in juni gemiddeld 29,08 per kuub. Dit is 32 procent meer dan de variabele prijs van gemiddeld 22,1 cent per kuub. Aangezien de prijzen voor vaste contracten erg oplopen kan het verstandiger zijn om de prijs niet lang vast te leggen; één jaar lijkt een betere optie dan 3 jaar vast. Ook bij deze prijzen is de energiebelasting niet meegerekend. Per saldo moet je nog ruim 58 cent bij deze prijs optellen om tot de gasprijs inclusief alle belastingen te komen.