Satelliet
Een satellietverbinding werkt met (krachtige) antennes. De signalen worden vanaf de aarde via een zendantenne verzonden, in de satelliet versterkt en dan teruggezonden naar de aarde. Bellen via een satellietverbinding geeft daarom altijd vertraging; de boodschap moet immers eerst naar de satelliet en dan terug naar de aarde. Hierdoor komt een gesproken boodschap met een kleine vertraging aan bij de ontvanger. Telefonische communicatie gaat daarom steeds meer via glasvezelkabels, ook de intercontinentale gesprekken die voorheen alleen per satelliet gevoerd konden worden. Tussen de continenten liggen nu onderzeese glasvezelkabels.